Hoe is de collectie ontstaan?
De oude verzameling zoölogie dateert uit de 19de eeuw.
In de eerste helft van de 20ste eeuw, toen de universiteit het museum beheerde, werd de collectie vooral met regionale soorten aangevuld (insecten, inlandse duiven- en kippenrassen).
Sindsdien worden de collecties verder verrijkt, vooral door de samenwerking met dierentuinen (bedreigde soorten) en door private schenkingen.
De zoölogische collectie vandaag
De afdeling zoölogie beheert verschillende categorieën dieren; vooral vogels, zoogdieren, insecten en schelpdieren worden tentoongesteld.
De vogels
De verzameling vogels is bijzonder uitgebreid. Ze bevat twee regionale collecties (Degland en de Vilmarest) uit het begin van de 19de eeuw, een grote variëteit aan inlandse duiven en kippen, en een prachtige collectie kolibries en opgezette vogels van over de hele wereld.
De zoogdieren
Bij de zoogdieren vind je vooral zeldzame dieren uit de oude verzameling (vogelbekdier, neusaap) en spectaculaire soorten die recent werden opgezet, zoals beren, katachtigen en hertachtigen.
Het insectarium
Een deel van de verzameling insecten bestaat uit wetenschappelijke verzamelingen die vooral uit de regio komen. Daarnaast zijn er vooral spectaculaire, meestal exotische exemplaren te bewonderen.
De schelpdieren
Ook bij de schelpdieren pronken unieke, tropische exemplaren naast lokale soorten. Die laatste illustreren de evolutie van biodiversiteit en milieu in onze regio de afgelopen eeuw.
En wist je dat het museum ook een twintigtal exemplaren van uitgestorven soorten bezit? Door de aantasting van de biodiversiteit zijn bijvoorbeeld de huias verdwenen, prachtige Nieuw‑Zeelandse vogels. Judith Pargamin, directrice van ons museum, stelt ze voor in deze video.